De geschiedenis van aloë vera

DE GESCHIEDENIS VAN ALOË VERA

De aloë vera-plant wordt al eeuwen gebruikt vanwege zijn gezondheidseigenschappen, zowel als medicinale remedie, of voor cosmetisch gebruik.

Al 2000 jaar geleden beschouwden Griekse wetenschappers aloë vera als het universele wondermiddel, maar het waren de Egyptenaren die aloë het meest gebruikten. In feite noemden ze de aloë vera plant "plant van onsterfelijkheid".
In de 1e eeuw na Christus, geeft de Griekse wetenschapper Dioscorides een ​​brede beschrijving van de plant vanwege zijn geneeskrachtige en cosmetische eigenschappen. De Arabieren brachten de aloë vera plant naar Spanje, vanwaar de jezuïeten de plant uiteindelijk verder verspreidden naar het Amerikaanse continent. Vanaf 1930 begonnen er onderzoeken over de eigenschappen van aloë vera. In de jaren zeventig slaagde apotheker Bill Cotas erin om de aloïne van de schors te scheiden en de gel uit het blad te stabiliseren door vitamine C (ascorbinezuur), vitamine E (tocoferol) en sorbitol toe te voegen. Vanaf toen kon aloë vera gebruikt worden in producten en al snel kwam de commerciële exploitatie van aloë vera op in landen als Argentinië, Paraguay, Brazilië en voornamelijk Mexico. In Spanje begon de teelt ervan in de jaren negentig, met kleine plantages die in het zuiden van het schiereiland ontstonden, voornamelijk in het gebied van Malaga en Cádiz. In deze periode kwam de productie van aloë vera ook op gang in de Canarische Eilanden.